Rengdang
1kg runderlappen in grote dobbelstenen gesneden
7 uien, ragfijn gesnipperd
2 ½ theelepel knoflookpoeder
1 volle theelepel koenjit (kurkuma)
Stuk gemberwortel (djahé, 3 cm) gesneden, of 3 theelepels djahé
Stuk laoswortel , of 1 volle theelepel laos
1 stengel sereh (citroengras, onderste stuk gebruiken en deze wat kneuzen)
5 blaadjes Indonesisch laurierblad (salam)
4 blaadjes limoenblad (djeroek poeroet)
4 eetlepels sambal oelek
½ blok santen
Stamp de salam, uien, gemberwortel met de koenjit en sambal in een vijzel fijn.
Vul een wadjan met 2 liter water. Voeg hier de sereh, limoenblaadjes, santen, laos en het fijngestampte spul aan toe en zet het op hoog vuur.
Zodra het kookt, het gas lager zetten en heel regelmatig roeren, om aanbranden te voorkomen. In het begin hoef je er niet zo bang voor te zijn en kun je er nog wel bij weglopen.
Aan het einde, als het gerecht al grotendeels is ingekookt, moet je er vooral bij blijven en goed blijven omscheppen, tot het gerecht echt helemaal droog is ingekookt.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten